Vernederend sollicitatiegesprek
Ze was een mooie vrouw. Golvend zachtbruin haar omlijstte haar puntgave gezicht. Felle, donkere, amandelvormige ogen. Lang en tenger, maar toch had ze ‘body’. Een ferme C-cup, schatte ik. Haar strakke, zwarte kokerrok en witte, zakelijke blouse benadrukten haar ronde heupen en smalle middel. “U komt voor het sollicitatiegesprek?” vroeg ze. Ze stak haar hand uit. “Joyce. Joyce van der Linden. Ik schudde haar hand. “Martin Vrijland.” Ze begeleidde me naar haar kantoortje. Toen ze voor me uit liep, gaf ik mijn ogen goed de kost. De hoge hakken van haar pumps tikten op de gladde, granieten voer. Bij elke stap wiegden haar heupen en zag ik haar ronde billen op en neer gaan. “Zoals je weet is de functie tijdelijk,” zei Joyce. “Het is ter vervanging van mijn werkneemster die momenteel met zwangerschapsverlof is.” Ik knikte. Joyce zat tegenover me aan haar bureau, en had haar gladde, in zwarte panty gestoken benen over elkaar geslagen. “Je CV ziet er…niet zo goed uit, om eerlijk te zijn. Maar toch zit je hier, tegenover me. Vraag je je niet af waarom ik je toch heb uitgenodigd?” Verbaasd keek ik haar aan en knikte. “Ja, als mijn CV niet goed genoeg is, ben ik daar wel erg benieuwd naar.” Joyce stond op en liep langzaam op me af. “Dat zal ik je eens haarfijn uitleggen, Martin Vrijland.” Haar stem klonk ineens ijzig koud. “Tegenwoordig Googlen we iedere potentiële werknemer, iedere sollicitant. Vaak verwijst die naar een Facebookpagina, en kan ik al een redelijke inschatting maken over de persoon en of die wel of niet in ons bedrijf past. Ik vond je Facebookpagina, maar ook je blog. En het viel me op dat die nogal wat vrouwonvriendelijke inhoud bevat. Daar was ik, op zijn zachtst gezegd, niet echt blij mee. Ik ben feministe, zie je?” Ik voelde me met de minuut minder op mijn gemak ik het kantoor van Joyce. Ineens greep ze me in mijn haar. “Hé!” schreeuwde ik. Ze trok mijn hoofd naar achteren en bracht haar gezicht naar het mijne. “Jij smerig onderkruipsel!” siste ze me toe. Voor ik het wist, had ik twee ferme klappen met vlakke hand op mijn beide wangen te pakken. “Ik zag wel hoe je naar me keek, zonet, Martin Vrijland. Je zag me als lustobject, of niet soms?” schreeuwde ze me toe. Ik keek om me heen. Het leek er niet op dat iemand ons kon horen. Ik stond op om weg te gaan, maar Joyce duwde me met onverwacht flinke kracht terug in de stoel. Terwijl ze me tegenhield, tastte ze haar bureau af, tot ze gevonden had wat ze zocht: twee stalen handboeien. Dit zou ik niet laten gebeuren, door een vrouw, nota bene. Ze plantte haar puntige knie in mijn kruis. Ik slaakte een gil. “Smerig ventje, met je bolle kutkop,” snauwde ze. Behendig greep ze mijn polsen bij elkaar en in een fractie van een seconde maakte ze die aan elkaar met de handboeien. Triomfantelijk keek ze me aan. “Zo. Bijna klaar, Martin Vrijland.” Ik had kunnen opstaan, met mijn handen geboeid, en Joyce met mijn lichaamsgewicht op de grond kunnen werpen. Maar terwijl ik mijn kansen berekende, liep ze naar haar bureau, greep iets uit de la, was ze vliegensvlug terug bij mijn stoel en maakte mijn enkels met een ander paar stalen boeien aan elkaar vast. “Heel mooi, Martin Vrijland. Schrijf hier maar over op je blog.” Ze slaakte een hoge, krankzinnige lach, die uit de grond van haar hart leek te komen. Ze bleef doorgaan me te meppen in mijn gezicht, met haar vlakke hand. Haar lange nagels schuurden langs mijn wang. Ze krabte me, bespuugde me en trok aan mijn haar. Ze deed het lachend. Joyce bestond nu uit pure haat. Ze trok me uit de stoel en duwde me voorover, op de grond. Ik viel op mijn knieën en mijn gezicht. De gesmoorde kreet die klonk, was de mijne. “Je wou me zonet toch zo graag naaien?!” snauwde ze. Ik mompelde iets ontkennends. Ze plantte haar naaldhak in mijn rug. “Geef toe dat je me wou neuken, smeerlap!” gilde ze. Ze voerde de druk op en ik was bang dat haar naaldhak dwars door mijn vel mijn ruggengraat zo“Je hebt al genoeg vrouwen genaaid, Martin Vrijland!” galmde haar stem door het kantoortje. “Het is tijd dat jíj nu eens flink wordt genaaid!” Ik hoorde Joyce weglopen, rommelen en terugkomen. Ze ging op haar knieën achter me zitten en sloeg haar armen om me heen, knoopte mijn broek open en stroopte deze samen met mijn boxershort naar beneden. Ze trok mijn billen uit elkaar en spuugde op mijn kontgat. “Nee, alsjeblieft!” smeekte ik haar. Het volgende moment ramde ze met bijna bovennatuurlijke kracht een omvangrijk voorwerp in mijn aarsje. Het voelde alsof ik uit elkaar getrokken werd. Tot op het bot vernederd, uitgescheurd, alsof mijn darmen ieder moment uit mijn lichaam getrokken konden worden. “Alsjeblieft, Joyce! Neeeee!” Ze bleef me met het voorwerp neuken. De rekbaarheid van mijn aarsje werd op de proef gesteld. Hoe lang nog, voordat ik volledig uit zou scheuren? “Smerige klootzak,” siste ze me toe, terwijl ze onverstoorbaar doorging. “Hoe voelt dat nou, Martin Vrijland? Om zèlf eens genaaid te worden?! Schrijf dáár maar over, op die flutblog van je!” ik huilde en smeekte, maar het haalde niets uit. Opeens stopte Joyce. Ze stond op en ik hoorde een gesp van een riem die openklikte. Het volgende moment voelde ik een brandende pijn op mijn rug. Joyce had haar riem afgedaan, en zweepte deze op mijn rug. “Tel de slagen!” beval ze. “Doe het, nu!” Ik probeerde de pijn te negeren, maar het ging niet. Na de derde slag geteld te hebben, verloor ik mijn bewustzijn. Toen ik bijkwam, voelde het alsof mijn hele rug in de fik stond. Joyce stond voor me, haar armen over elkaar heen geslagen, me triomfantelijk aankijkend. “Je ziet er een stuk beter uit dan toen je binnenkwam,” zei ze. Ze stroopte haar rok omhoog en liet haar panty en slipje zakken. Wijdbeens kwam ze boven mijn hoofd staan en liet zich zakken. “Ik moet me toch nodig schijten,” verzuchtte ze. Op dat moment voelde ik hoe een warme substantie zich over mijn haar verspreidde. Nee, dit kon niet waar zijn. Deze vrouw poepte over mijn hoofd! Een penetrante poepgeur verspreidde zich door het kantoortje. Ik kolkhalsde. Nee, niet nu. Ik voelde een golf braaksel omhoog komen en kon het niet inhouden. Ik kotste over de vloer. Joyce was intussen gaan staan en weggelopen. Het leek uren te duren voor ze eindelijk terugkwam, weer keurig gekleed. Haar poep was intussen zelfs over mijn gezicht gelopen. Ik was nog nooit in mijn leven zo vernederd. “Je kunt gaan, Martin Vrijland,” zei ze. “Ik denk dat je niet de juiste kandidaat voor de functie bent. Als je zo vriendelijk wil zijn dat wel even zelf op te ruimen?” Ze wees naar de kots die op de grond lag. Er was een beetje ontlasting langs mijn gezicht gelopen en dat had zich vermengt met mijn braaksel op de vloer. Joyce liep op me af en duwde mijn gezicht erin. “Lik het op!” beet ze me toe. Ze greep in mijn haar en ramde mijn gezicht op de vloer, in de smerige substantie. “Likken!” Ik weigerde. Ze ging staan, plantte haar naaldhak in mijn nek en voerde de druk op. Er zat niets anders op dat mijn eigen kots, vermengd met het schijt van Joyce, op te likken. Daarna maakte ze me los. Eerst mijn enkels, toen mijn polsen. “Oh en Vrijland,” zei ze. “Voordat je gaat. Mocht je behoefte voelen aangifte te doen bij de politie, ik hou je niet tegen.” Verbaasd keek ik haar aan. Ze glimlachte vals. “Allemaal Illuminati, Martin. Dat weet je toch? Ze helpen je niet. Nooit. bedankt voor je komst.”u doorboren. “Ja, ik wou je naaien!” gaf ik wanhopig toe.